Omschrijving (Europese) meerval leeft graag in dichtbegroeide zoete wateren met een zachte of modderige bodem. Je vindt ze in meren, moerassen en rivieren. De langwerpige meervallen hebben kleine ogen, een dikke bruik, een brede platte bek en een huid zonder schubben. Zes baarddraden (vandaar ‘catfish’) zorgen over dat ze nog beter hun weg vinden op zoek naar voedsel, waarop hij vooral ‘s-nachts op jaagt. Het dieet van een meerval varieert van karper en paling tot kikkers, meerkoeten en kleine zoogdieren. Wanneer de watertemperatuur eindelijk 18°C bereikt begint de paaitijd (meestal binnen de periode mei tot en met juli). Meervallen zijn matigvet (2,5% vetgehalten) en groeien niet zelden uit tot exemplaren van wel meer dan 100kg.